Laat in de herfst maakte ik deze
foto van de blauwe distel.
Eens bloeide er uit elk schubje
afzonderlijk een prachtige bloem. Samen vormden al die bloemetjes een explosie van intens blauw – violet;
eldorado voor hommel en vlinder.
Nu staat ze hier uitgeput en
kleurloos; heel geleidelijk heeft ze zich ontdaan van al haar pracht en toont ze
zonder schroom haar sterfelijkheid.
Het heeft iets moois en
kwetsbaars zoals ze daar bijna naakt staat.
Het loslaten symboliseert de
ervaring van afgelopen week.
Jochem, mijn stoere zoon, heeft
zijn even stoere en trouwe maatje Tank moeten laten inslapen. Slechts vier jaar hebben hond en baas van
elkaar mogen genieten.
Distel en Dobermann: beide met
een imago dat niet direct met zachtheid verbonden wordt. Toch biedt Distel gastvrijheid aan tere vlindervleugels en laat Dobermann
zijn hoge aaibaarheid- en knuffelgehalte aan directe naasten zien.
Blauwe distel volgde haar natuurlijke
weg van afsterven. Tank werd door de
dood overvallen. Slechts heel kort is hij ziek geweest. Ook Jochem toont zijn
kwetsbaarheid.
Het verdriet om Tank is nu nog rauw, maar over een poos zullen de
vele herinneringen het verlies verzachten.
Ook dat is mooi.