Vanuit zijn rijdende srv-wagen bezorgt de melkboer de
gebruikelijke bestelling.
De juf en meester houden net als anders toezicht op de
spelende kinderen.
De buschauffeur stopt bij het bolletjescafé; reizigers
checken in en uit.
Het leven volgt zijn normale loop.
Maar het is slechts schijn, want vandaag is alles anders.
Het
bericht in het nieuws gaat niet langer over
mensen in een willekeurige woonplaats en met onbekende naam.
Nee, de namen hebben een gezicht, hebben een geschiedenis, kinderen,
familie ….
De betekenis van het ontstellende bericht dringt eerst nog
niet tot ons door; het lijkt alsof we het niet kunnen bevatten. Dit verdriet is
te groot, dit kan niet, dit mag niet.
De waarheid dringt langzaam door; over het dorp hangt een
collectief gevoel van rouw.
Onze gedachten gaan uit naar de meiden, hartverscheurend…
Het raakt ook aan ons persoonlijk leed.
Herinneringen komen
boven; we kennen het proces waar de meiden doorheen moeten.
Ieder op haar eigen
manier.
Maar dit ongelooflijk drama brengt ook iets moois.
Het maakt de mensen zachter, zorgzamer naar elkaar.
Ik merk
het aan mijn zoon, die er voor zorgt dat een vriendinnetje dit vreselijke drama
niet in haar eentje te verwerken krijgt.
Mijn dochter belt een keertje extra “Mutti,
weet je wel hoeveel ik van je hou?”
We
zijn rijk met elkaar.