Je herkent het vast wel: zodra de
bloemen in de vaas een beetje op hun retour zijn, belanden ze in de groene bak.
Maar waarom zo’n haast?
Durven we de vergankelijkheid
niet onder ogen te zien? Refereert dat - zeker -
bij leeftijdsgenoten teveel aan ons eigen proces ?
Raar eigenlijk, want elke fase
heeft haar eigen schoonheid.
Kijk maar naar deze tulp.
Uitgebloeid. Langzaam laat ze haar bladeren vallen.
Maar het slap en futloos
neerhangen is er niet bij. De blaadjes zijn er helemaal klaar voor.
Zodra we
even niet opletten zetten ze het op een dansen.
En als we dan plotseling toch
kijken, houden ze midden in hun draai halt.
Het lukt hen niet de sierlijke
beweging helemaal te verbloemen.
Ik vind het een prachtig beeld.
Zowel letterlijk als figuurlijk.
Nu maar hopen dat ik deze milde
en ontvankelijke blik vast kan houden als ik ’s morgens in de spiegel kijk.
Waarschijnlijk moet ik daarvoor eerst die andere kunst van het laten staan beoefenen.
Waarschijnlijk moet ik daarvoor eerst die andere kunst van het laten staan beoefenen.